RED STAR LINE POSTERS: OVERKILL OF NET NIET?

Antwerpen is een prachtig museum rijker. In de lange promotionele aanloop ernaar werden beklijvende getuigenissen geserveerd als smaakmaker voor wat nu eenieder - mits lang reserveren op voorhand - kan gaan proeven. Maar ook de affiches, leaflets en ander publicitair drukwerk van toen werden massaal ingezet. En terecht: daarvoor dienden ze indertijd ook. In zijn visuele communicatie scoorde het in opbouw zijnde Red Star Line Museum ook met zijn brochures van het bureau Gnoe en de illustraties van Jan Van der Veken. Het steekt af tegen de platte commercie van schaamteloze digitale kopieën op internet vandaag.

De relatie van het museum tot die gebruiksgrafiek van toen is wat ambigu. Zo prijken in enkele (tentoonstellings)publicaties voorafgaand aan de opening van het museum kemels wat het auteurschap of de datering van affiches betreft, terwijl de verantwoordelijken nochtans maar naar hun boeken in de eigen museumbibliotheek moesten grijpen. Hoewel de stedelijke musea Antwerpen de kwantitatief en kwalitatief, ontbreekt het aan de middelen en interesse om deze in overeenkomstige zin te valoriseren. De ontsluiting van de schatten blijft vandaag beperkt tot de grootse databank Agrippa van het Letterenhuis. In de knappe erfgoeduitgave "De collectie Antwerpen. Een portret" (2013) heet de internationaal gerenommeerde grootmeester van de affichekunst plots "Alfred" Mucha. Een detail? Hoe heette die Rubens alweer?

In de late jaren zeventig speelde het toenmalige Museum Vleeshuis nochtans een vooraanstaande rol in de hernieuwde (museale en publieke) belangstelling voor de (inderdaad vergeten) affichekunst. In 1994 pakte Tony Oost er uit met een fel gesmaakte retrospectieve en monografie van Henri Cassiers naar aanleiding van de 50ste verjaardag van zijn overlijden.

Gaan we te kort door de bocht om te beweren dat juist dankzij die eind vorige eeuw opnieuw gereproduceerde affiches van Cassiers de (in Antwerpen eveneens vergeten) Star Line opnieuw een plaatsje in ons collectieve geheugen gekregen heeft? Daarom is het jammer dat ze vandaag stiefmoederlijk behandeld worden. We bedoelen maar: aan merchandising van kalenders en postkaarten en affichettes is er geen gebrek. Een systematisch onderzoek naar de verschillende marketingstrategieën en de inbreng van de uiteenlopende kunstenaars schiet er evenwel op over. Want de Red Star Line-marketing draait om zoveel meer dan Cassiers alleen! Makkelijk is het niet: zo werden affichemodellen, al dan niet aangepast aan het uitzicht van een nieuw schip en voor een wisselend doelpubliek, in meerdere versies op de markt gebracht.

RED STAR LINE AFFICHES IN RED STAR LINE PUBLICATIES


Dat er nood aan duidelijkheid is, bewijst de foutieve of onvolledige informatie in zowel de Belgische Red Star Line publicaties als in de mega-uitgaven van externe commerciële uitgeverijen in het recente verleden. Tel even mee: in de spraakmakende uitgave van Robert Vervoort bij Pandora (1999) prijken 13 affiches: zesmaal ontbreekt het aan de juiste ontwerpersnaam; zesmaal slaat men o.i. de bal fout bij de datering. In de uitgave "Red Star Line People on the Move" van de stad Antwerpen en BAI (2008) dingen 6 affiches naar de gunst van het publiek. Tweemaal gaat men de mist in wat de auteur betreft, driemaal wat de datering betreft. In het onmiddellijk uitverkochte salontafelboek, nu enkel in andere talen en in soft cover beschikbare "Affiches des compagnies maritimes" van Gabrielle Cadringher en Anne Weallans schitteren in een heerlijke formaat zeven Red Star Line posters. Zeven keer op zeven zit men er met de datering naast.

Recent kwam de catalogus van het Red Star Line Museum uit bij Davidsfonds Uitgeverij. Sterke essays, stevig onderbouwd behandelen diverse aspecten van waar het in wezen om gaat: migratie (toen en nu). Ook de kunsthistorische insteek beperkt zich tot dat thema, met de obligate Eugeen Van Mieghem als uithangbord. Aan de marketingmachine en de publiciteitsontwerpers die het hele bedrijf ondersteunden wordt nauwelijks aandacht besteed. Acht fraaie plaatjes van affiches (waarvan nu o.i. nog maar drie met foutieve dateringen) leuken het boek op. Nu we het toch over visuele communicatie hebben, weze het benadrukt: deze uitgave oogt mooi en nodigt uit tot lezen (alleen lijkt ons het papier iets te mager om dat vele moois te schragen).

Wie in een synopsis van die catalogus én het afficheverhaal geïnteresseerd is, wijzen we door naar het oktobernummer van Openbaar Kunstbezit. Dat bevat niet alleen beknopte samenvattingen van de essays van de Davidsfonds-uitgave maar biedt één extra: een eerste aanzet tot studie van de reclamegrafiek voor de Red Star Line. In zijn artikel "Geoliede marketingmachine. Affiches en visuele communicatie" heeft Karl Scheerlinck (tevens auteur van de oeuvrecatalogus van Henri Cassiers' affiches, 1994) het over 50 verschillende Red Star Line affiches en aanverwant drukwerk (zoals menu's en prentbriefkaarten). Behalve reeds genoemde kunstenaar passeren ook grafici als Luigi Gaudio, Gisbert Combaz, Louis Royon, Charles Dixon en Leo Marfurt de revue: namen die tot nog toe onterecht in de vele boeken en artikels ontbraken.

INFO
Museumpublicaties Red Star Line Museum: www.redstarline.be
Publicaties scheepvaartaffiches: www.amazon.com
Openbaar Kunstbezit - "Red Star Line Museum. Mensen en migratie" met hoofdstuk "Affiches en visuele communicatie": tento.be

(c)2008-2013 www.belgianposterpages.com